Ik ben Seema Ouweneel, gecertificeerd extern vertrouwenspersoon.
Mijn persoonlijke motto is ‘iedereen heeft recht op een veilige, integere werkomgeving’.
In mijn rol als vertrouwenspersoon ondersteun ik organisaties om dit te realiseren.
Dit doe ik door middel van trainingen, voorlichting en uiteraard in het begeleiden van medewerkers (hierna klant) die te maken hebben met ongewenste omgangsvormen.
Het mooie van de rol als vertrouwenspersoon is dat ik, net als in mijn rol van coach, het probleem van de klant niet overneem maar ondersteuning biedt en opties voor (vervolg) stappen met hen verken. Hierdoor behoudt de klant de regie en haar/zijn eigen autonomie. De klant beslist zelf of en welke stappen er worden ondernomen.
Mijn manier van werken kenmerkt zich doordat ik altijd onderzoek hoe de casus zo laagdrempelig mogelijk kan worden opgelost. Is er een gesprek mogelijk tussen mijn klant en de veroorzaker? Zo ja, dan kan ik begeleiding bieden in de voorbereiding van het gesprek of ik kan meegaan als ondersteuning.
Als de ernst van de situatie zodanig is dat gesprekken op welke manier dan ook niet meer mogelijk zijn dan begeleid ik de klant bij het bewandelen van de klachtenprocedure en/of het doen van aangifte.
klanten
mensen getraind
bereikbaar voor medewerkers
Werknemers, cliënten, ouders, leerlingen/studenten van de organisatie die grensoverschrijdend gedrag ervaren, kunnen mij op vertrouwelijke basis benaderen voor een luisterend oor, advies en bijstand.
Mijn primaire rol als vertrouwenspersoon ligt in het opvangen en begeleiden van medewerkers, cliënten, ouders, leerlingen/studenten die ongewenst gedrag (hebben) ervaren. Maar daarnaast geef ik binnen de organisatie ook voorlichting over grensoverschrijdend gedrag op het werk en geef ik gevraagd en ongevraagd advies aan het management over het stellen en handhaven van gedragsnormen.
Zorgvuldigheid en vertrouwelijkheid kenmerken mij. Uit de aard van de functie volgt dat ik een geheimhoudingsplicht heb en een intern verschoningsrecht. Ik ben alleen verantwoording schuldig aan het hoogste gezag van de organisatie en leg geen inhoudelijke verantwoording af.
Er zijn drie hoofdtaken.
De taken en acties die onder deze hoofdtaken vallen, kunnen in elke organisatie op details aangepast worden. Deze lijst van taken en acties is een leidraad om in gesprek met de werkgever mijn rol in de organisatie concreet vorm te geven.
Als vertrouwenspersoon functioneer ik autonoom zonder last of ruggespraak. Minimaal één keer per jaar leg ik, geanonimiseerd verantwoording af aan het hoogste gezag in de organisatie. De verslaglegging is niet terug te voeren op individuele medewerkers.
De vertrouwenspersoon is niet verantwoordelijk voor het werkklimaat, de sfeer en de (on)gewenste omgangsvormen op de werkvloer. Veel meer ben ik de thermometer van de organisatie die aan bestuur en management aangeeft:
a) wat ik weet dat speelt vanuit de casuïstiek die ik van melders hoor;
b) wat mij vanuit mijn kennis van ongewenste omgangsvormen opvalt en wat dit betekent voor de veiligheid en het werkplezier van de medewerkers;
c) welke gevolgen dit voor de organisatie kan hebben;
d) welke maatregelen het management in dezen zou kunnen nemen.
De informatie waarover ik beschik, is vertrouwelijk, tenzij er wettelijke verplichtingen zijn die mijn geheimhoudingsplicht doorbreken. Mocht ik om welke reden de geheimhoudingsplicht moeten doorbreken dan vertel ik dit aan de melder en bespreken we hoe we de gevolgschade zo goed mogelijk kunnen beperken.
Als vertrouwenspersoon zal ik naast ongewenste omgangsvormen geconfronteerd worden met problematiek rond functionerings- en beoordelingsgesprekken, reorganisaties, arbeidsconflicten, andere integriteitskwesties en privéproblemen. Dergelijke kwesties zelf behoren per definitie niet tot mijn werkterrein; echter wèl het ongewenst gedrag dat daaruit kan voortvloeien. Het is voor het voorkomen van rolverwarring, voor de toegankelijkheid en voor de effectiviteit van mijn rol als vertrouwenspersoon essentieel het werkterrein tot ongewenst gedrag te beperken. Voor bovenstaande onderwerpen kan de medewerker een beroep doen op bijvoorbeeld een bedrijfsmaatschappelijk werker of ombudsman.
Mijn functie als vertrouwenspersoon is onverenigbaar met het lidmaatschap van de klachtencommissie ongewenste omgangsvormen.